Overbetuwe helpt coronapatiënt met speciaal nazorg virusprogramma; veel landelijke interesse

GEZ Midden Betuwe

ZETTEN - De gezondheidssituatie van coronapatiënten uit de gemeente Overbetuwe die na een (langdurige) ziekenhuisopname thuiskomen of thuis corona hebben gehad, wordt door plaatselijke zorgverleners scherp in de gaten gehouden. 

Daarbij kijken ze nadrukkelijk ook naar klachten die buiten hun eigen aandachtsgebied liggen. ,,Als ik bijvoorbeeld merk dat iemand die slecht eet slikproblemen heeft, kan ik dat met toestemming van de patiënt en huisarts aan een logopedist laten weten", zegt diëtiste Andrea Gnoth uit Zetten. 

Virusprogramma

Daartoe hebben zorgverleners uit met name de dorpen Zetten, Hemmen, Herveld en Andelst het Post Corona Virusprogramma opgesteld. Dat is bedoeld voor eerstelijnszorgverleners, van huisarts tot fysiotherapeut en van apotheek tot psycholoog. Het geeft zorgverleners aan hoe te handelen bij een patiënt die herstellende is van Covid-19.

,,Of een coronapatiënt nu op de ic, op een andere afdeling in het ziekenhuis of thuis heeft gelegen, de klachten zijn na weken doodziek te zijn geweest niet verdwenen. Er kan een lang revalidatieproces volgen", zegt Liane Ermstrang, manager van het samenwerkingsverband GEZ Midden Betuwe dat voor het nazorgprogramma contact heeft gezocht met het communicatieplatform OZOVerbindzorg.

Patiënt heeft regie

,,Via ons systeem kunnen zorgverleners met elkaar communiceren, maar ook de patiënt zelf en eventueel zijn mantelzorger heeft er inzicht in. Sterker: de patiënt bepaalt wie toegang krijgt tot de informatie. Hij heeft de regie", zegt regionaal projectleider Kevin van Elst van OZOVerbindzorg. Inmiddels heeft zich een vijftiental patiënten aangemeld via het ziekenhuis of de huisarts.

Volgens Ermstrang is er landelijk grote belangstelling voor het herstelprogramma dat de negen eerstelijnsaanbieders uit de vier Overbetuwse dorpen hebben bedacht. Al zeker 50 huisartsenpraktijken en samenwerkingsverbanden hebben daarnaar geïnformeerd. 

,,Wij stellen het graag ter beschikking." Het programma is in korte tijd ontwikkeld. ,,Dat kan omdat wij in ons samenwerkingsverband korte lijnen hebben met elkaar en wij al nauwe samenwerkingsafspraken hebben rondom andere programma’s", zegt de manager.

Boodschappen

Kenmerk van het zorgprogramma is volgens diëtist Gnoth dat zorgverleners van elkaar weten welke adviezen ze hebben gegeven en wat het effect daarvan is. ,,Ook als ik iemand bijvoorbeeld adviseer niet zelf boodschappen te doen en te koken, omdat hij anders geen energie meer heeft om te eten, zet ik dat ook in het dossier.”

Het dossier wordt geopend door de eerste zorgverlener die contact heeft met de patiënt. Vaak is dat een fysiotherapeut of diëtist. Omdat er in veel gevallen sprake is van ondervoeding en het verlies van spiermassa. Het grote voordeel van dit communicatiesysteem is volgens Gnoth dat snel andere zorgverleners kunnen worden ingeschakeld. Dat gebeurt aan de hand van vragenlijsten die alle disciplines betreffen.

Aan- en uitkleden

 ,,Ik vraag bijvoorbeeld aan een ondervoede patiënt of hij goed kan traplopen en of hij zich zonder hulp kan aan- en uitkleden. En de fysiotherapeut vraagt of de patiënt goed slaapt, of hij nachtmerries heeft en of hij voldoende eetlust heeft.”

Een verslag van het gesprek komt in het dossier. Zorgverleners kunnen zo in een oogopslag zien welke adviezen zijn gegeven. ,,Ook voor de patiënt is dat belangrijk. Tijdens de eerste contacten is een patiënt vaak na een kwartier al uitgeput en vergeet hij wat er is gezegd. Nu kan hij en eventueel ook de mantelzorger rustig alles teruglezen", zegt Gnoth.

Bron: Gelderlander.nl